Levensverhaal
Zijn levensverhaal is dat van een leerling die
meester werd, zijn eigen leerlingen weer onderwees
en zo van het verleden een toekomst maakte.
Wanneer ik Peter Schouten ontmoet legt hij
de laatste hand aan de kleine botter BU3 van
zijn leermeester en baas Piet Dekker, die op
5 mei van dit jaar overleed. 'Er was al heel
wat gedaan, maar er moest toch nog heel wat
gebeuren',
zo vertelt Peter Schouten.
Piet Dekker had eerst de Wieringeraak WR54.
Hij hield veel van deze boot. Maar omdat het
hem wat te veel werd, heeft hij deze verkocht
aan de Stichting Botterverhuur in Spakenburg.
Hij kocht daarna de botter BU3 omdat het een makkelijk
scheepje is. De mast is kantelbaar en de zwaarden
zijn niet zo zwaar. Dekker heeft in maart 2011
de tewaterlating van de BU3 nog mee
kunnen maken, ook al was hij toen al erg ziek.
Peter Schouten en zijn freelance werknemer Hanno
Opschoor hebben het scheepje daarna voor hem
afgebouwd. De botter moet nu nog een kacheltje
krijgen en wat haakjes onder het berghout voor
het dekzeil. Dan is ze klaar. Veel
ruimte in het vooronder is er niet, maar met
2 à 3 man is het zeker goed toeven aan boord.
Zeilen doet de botter ook niet slecht, met een
relatief groot tuig heeft het schip goede
zeileigenschappen. Tuitelig in het begin maar eenmaal
onder zeil en op zijn kant is het een stabiel
schip.
Peter vertelt dat hij de week voor het interview
het contragewicht voor de mast gegoten heeft.
Er is een blinkend stuk lood te zien aan de
mast. De laatste loodjes dus van een mooi verhaal,
een mooi scheepje en een verdrietig einde van
haar eigenaar.
Ambacht
Achter de botter ligt de
Wantij 30, Peters eigen
kotter. Deze is mede ontworpen door Martijn
van Schaik van Seahorse Naval Architects. Het
is een goede zeiler waarmee de familie
Schouten al heel wat tochten heeft gemaakt, onder
andere naar de Oostzee en het Duitse wad. Schouten
vertelt dat de Wantij een mix is tussen Engelse
ontwerp en Nederlandse bouw. 'De
Engelsen bouwen eerst het spantenplan op en
maken dan de huid om het schip. Nederlanders
zetten de huid op en zetten later de spanten
in het schip, dit geeft een steviger en mooier
eindresultaat'. De Wantij is een mooi schip,
stoer en robuust met een degelijke bouw. Het
is gebouwd van mahonie en heeft een dek van
Iroko: 'Rot hout, slaat op je longen, maar sterk'.
Verder heeft Schouten gewerkt aan veel projecten.
Waaronder drie Hoogaarzen:
de Alcyon,
de Wet
en de YE36. Dit laatste schip stond ook altijd
ingeschreven bij Vereniging Botterbehoud. Op
de vraag wat het verschil is tussen een Hoogaars
en een Botter als er naar de bouw wordt gekeken,
geeft Schouten aan dat een Hoogaars lichter
moest worden gebouwd. Deze
werd daarom ook vaak netter gebouwd dan een
botter en dat geeft nu dus meer werk om te restaureren.
Peter is iemand die voor kwaliteit gaat in zijn
bedrijf en dat is duidelijk te zien. Er
wordt oerdegelijk gebouwd en met een kloppende
constructie. 'Ik ben een constructieve timmerman,
het moet goed zijn: Zo vertelt de ambachtsman.
Na een mooie wandeling op het terrein zijn
we terug in de werkplaats. Het ligt er vol schaafkrullen
en het ruikt er naar mooi werk. We kijken een
poosje naar Hanno. Hij is bezig aan
een
schouw. Aan werk is er hier geen gebrek: 'Volgend
jaar heb ik weer een opdracht voor een Wantij
30' meldt Peter terloops. 'Nu moet je dit nog
zien, mijn trots'. Peter neemt me mee naar een
loods achter op het terrein. Ik mag een blik
werpen op zijn houtvoorraad. 'Voorraad is belangrijk',
meldt Schouten. Hij is erg precies in het uitzoeken
van zijn materiaal, zoekt zelf zijn bomen uit
en voert het over water aan. Dit alles zodat
hij
met het beste hout kan werken.
Baas Piet
Na de houtloods lopen we naar de oude werf van
Piet Dekker. Om er te komen moeten we over een
wiebelig bruggetje. Op de werf is het stil maar
netjes tegelijk, alsof de baas elk moment kan
terugkeren. Peter is zijn loopbaan begonnen
bij deze authentieke scheepsbouwer toen hij
twaalf jaar was. Hij heeft het vak dus van de
meester geleerd. Later hebben ze samen aan zien;
het is een van de laatste scheepjes waaraan
Piet heeft gewerkt. Achter het terrein van Piet
Dekker ligt de lichtblauwe
Wantij 25, Peters
eerste schip. Hij ontwierp en bouwde het zelf,
van dit type varen er nu twee rond.
De oude loods en alles er om heen geeft een
rustgevend beeld. In de oude timmerloods van
Dekker zien we een bronzen zeemeermin, twee
oude Seagulls, oude boerenkarren, een
grote
lintzaag en gereedschap. Heel veel
gereedschap: rekken vol met schaven en
beitels, een werkbank vol met potjes en er
zijn elektrische machines. Piet vertelde
graag over zijn werkplaats, hij was er trots op dat er in zijn beitelrek
exemplaren waren van bijna 200 jaar oud. Dit
moet de droom zijn van elke botenbouwer. De
sfeer die er hangt is die van honderd jaar
geleden en toch kan er elk moment een boot naar
binnen worden gereden om gerestaureerd te worden.
'Ik heb zijn kist ook nog gemaakt', zegt Peter:
'dat vond hij mooi, ik houd niet van die standaard
kisten. Ik heb ooit met Piet afgesproken als
ik eerder ga dan jij maak jij mijn kist, andersom
hadden we dezelfde afspraak: We zwijgen en kijken
verder. Het begint al te schemeren wanneer we
teruglopen naar het huis van Peter. Zijn vrouw
Anneke zit al op ons te wachten, het eten staat
al op het vuur. Buiten komt de regen met bakken
uit de hemel en binnen komen de fotoboeken tevoorschijn.
Ik krijg foto's te zien van mooie projecten,
Piet die aan het werk is
en de tewaterlating van de BU3.

Anneke vertelt
over het Wijdegatconcert toen de BU3 is gebruikt
om het orkest te herbergen. De muzikanten zaten
op het voordek van de botter en de luisteraars
zaten genietend te luisteren op hun bootjes
eromheen.
Toekomstwensen
Wanneer ik Peter vraag naar
zijn wensen en toekomstplannen,
vertelt hij me dat hij hoopt op meer tijd om
met zijn Wantij reizen te gaan maken. Engeland
ligt in het verschiet, de be-
manning is geen probleem, tijd wel. Op tafel
in het gezellige huis van familie Schouten komt
een krant uit 1969 op tafel, met daarin een
stuk over Piet Dekker op zijn botter EB23. Het
stuk gaat over de vereniging Botterbehoud. Nu,
42 jaar later, is gebleken dat behoud mogelijk
is. Het was toen en ook nu nodig en nuttig.
De schepen die nog in de vaart zijn hebben veel
te danken aan deze vereniging en deze mannen
en vrouwen. Met dacron zeilen hoef je bij deze
originele ambachtsman niet aan te komen, op
zijn eigen schip zit klipper-canvas. Een oud-
Hollands schip moet je origineel houden, vindt
hij en dat is ook de doelstelling van de vereniging
Botterbehoud.
Peter vertelt ook dat hij graag nog eens een
Vollenhovense bol zou willen bouwen ....
|